Zaterdag zijn we de hele dag bezig geweest met inpakken en ons onderhuurappartement weer in z’n oorspronkelijk gedecoreerde staat terugbrengen. Het is altijd een flinke klus om uit te zoeken wat belangrijk is en wat je eigenlijk niet nodig hebt, maar het geeft ook een goed opgeruimd gevoel dat alle spullen die je de komende tijd nodig hebt, gewoon in een paar tassen passen.
Gelukkig waren Koos’ ouders zondag nog even naar Schiphol gekomen om ons uit te zwaaien, want we bleken toch nog heel wat spul te hebben wat niet mee hoefde. Afscheid nemen is het minst leuke van reizen, maar het was leuk dat we ze nog even konden zien!
Vanuit een ijskoud Nederland, waar we vanuit het vliegtuigraampje nog even een sneeuwbui zagen, zijn we zondagochtend vertrokken naar San Francisco. Daar mochten we nog eens 2 uur in de rij voor de douane staan, waardoor Ruth zich danig zorgen begon te maken dat iemand onze bagage ondertussen zou stelen. Toen we langs de trouwens heel vriendelijke douanebeambte waren, was haar rugtas inderdaad nergens te vinden! Bij de KLM-balie werd ons verteld dat op Schiphol iemand had besloten dat Ruth’s rugtas niet met het vliegtuig kon, maar die wordt als het goed is vandaag in het hotel bezorgd.Vanaf de luchthaven zijn we met een huurauto naar het hotel gereden. Alles was van tevoren door Koos’ opdrachtgever georganiseerd, maar toch had de olijke mevrouw van het autoverhuurbedrijf er een goed halfuur voor nodig om ons te vertellen waar we de auto af konden halen en waarbij geen mogelijkheid ongebruikt werd gelaten om ons extra verzekering en diensten te verkopen.
Op advies van Scott hebben we niet de kortste weg genomen naar Silicon Valley, maar zijn we over de interstate 280 gereden, omdat je daar niet een uurlang door de suburbs rijdt en een mooi uitzicht hebt. En het wás een mooie rit! Mooie beboste heuvels, af en toe een meertje. Het lanschap komt ons door films en TV ook wel wat bekend voor, maar wat je daar niet in meekrijgt is de beroerde kwaliteit van het wegdek. Verder zijn de wegen trouwens helemaal goed. Er was veel ruimte en iedereen rijdt er netjes, maar dat kan ook te maken hebben dat het de middag van eerste paasdag was.
In het hotel aangekomen, leek het ons het beste om eerst maar een paar uurtjes te slapen en daarna wat te gaan eten. In Nederlandse tijd was het namelijk al 1 uur ‘s nachts. Dat liep iets anders omdat we twee keer de wekker gewoon uitgezet hebben en toen rond middernacht allebei wakker werden. Maar ja, slapen kunnen we best wel goed, dus dat hebben we toen nog een uur of zes gedaan, waardoor die jet lag nu in één keer weg zou moeten zijn.